Vraag naar offshore  windenergie in stroomversnelling

Vraag naar offshore  windenergie in stroomversnelling

De oorlog in Oekraïne en de hoge energieprijzen zetten het Europese energiedebat op scherp. Een versnelde realisatie van een koolstofarme maatschappij was nog nooit zo relevant. En toch is er een belangrijk onevenwicht tussen de hoge Europese ambities enerzijds en de mankracht, materialen en voorraden anderzijds. Een uitdaging ook voor verzekeraars. VNAB Visie in gesprek met Maarten Mulder over dit interessante onderwerp en de toekomstverwachtingen.

De uitdagingen

In 2030 moet wind op zee de belangrijkste bron van elektriciteit zijn. Nederland wil van 2,5 GWh naar meer dan 20 GWh offshore wind. Daar ligt een uitdaging, want het wordt niet makkelijk om deze hoeveelheid groene elektriciteit flexibel in te passen in het Nederlandse elektriciteitsnetwerk. 

Stukje historie

Eerst natuurlijk een stukje historie, want wie is Maarten Mulder? Maarten Mulder is werkzaam bij Praeventus, een onafhankelijke MGA (Managing General Agent) die werkt met capaciteit van een select panel van verzekeraars uit de internationale verzekeringsmarkt en syndicaten bij Lloyd’s of London. Na zijn studie werktuigbouw aan de TU Delft kwam Mulder via een omweg in 2000 de verzekeringsbranche in. Daar werkte hij onder andere bij Marsh, ACE en Delta Lloyd, voornamelijk in de technische verzekeringen. In 2021 besloot hij samen met drie partners voor zichzelf te gaan werken. Hun bedrijf Praeventus, wat letterlijk ‘voor de wind’ betekent, focust zich alleen maar op offshore windenergie. De VNAB is hem welbekend. Drie jaren was hij lid van de Technische commissie Engineering. In 2014 gaf hij in de VNAB Visie zijn eerste interview over offshore energie. In dat gesprek legde hij uit dat offshore windenergie zich in een groeimarkt bevond. Maar dat het allemaal in zo’n stroomversnelling zou gaan, kon hij destijds niet voorspellen. De ontwikkelingen zijn booming. Juist nu door alle politieke ontwikkelingen gaat alles nog sneller. Maar is dat wel een goed teken? Mulder plaatst in dit gesprek wat kanttekeningen. Buiten kijf staat in ieder geval dat het de Nederlandse doelstelling is om in 2050 meer dan 70 GWh offshore windcapaciteit gerealiseerd te hebben voor elektriciteits- en waterstofproductie. Een flinke toename als we ons realiseren dat we in 2023 pas op een jaarlijkse productie van 4,5 GWh zitten.

Windenergie kijkt over landgrenzen heen 

Offshore windparken spelen een belangrijke rol in de voorziening van hernieuwbare energie. Windmolens op zee zijn doorgaans veel efficiënter dan onshore windmolens. Door hun omvang en door de locatie vangen ze veel meer wind. Terwijl een windmolen op land gemiddeld dertig procent van zijn capaciteit benut, kan dat voor een windmolen op zee naar de vijftig procent toegaan. “Dat maakt de ontwikkeling van offshore projecten zo interessant”, zegt Mulder. “Het komt er niet alleen op aan nieuwe offshore parken te ontwikkelen, maar ook om de elektriciteitsnetwerken uit te breiden en met elkaar te verbinden. Een land zoals Nederland heeft onvoldoende mogelijkheden om op ieder moment alle hernieuwbare energie op te wekken die nodig is om aan de totale energievraag te voldoen. Daarom vormen interconnectoren ook een belangrijke schakel in onze toekomstige energievoorziening, zegt Mulder. Daarnaast is windenergie beperkt stuurbaar en is een overschot aan energie uit windturbines niet zonder meer op te slaan. De verwachting is dat waterstofproductie hier een belangrijke rol in gaat spelen. Alleen door over landsgrenzen heen te kijken en krachten te bundelen, kunnen we het Europese offshore windpotentieel optimaal benutten,” vervolgt hij.

Taking power further

Maar even terug, wat is nu de reden waarom het nu allemaal zo snel gaat? “Er zijn verschillende redenen waarom de ontwikkeling van offshore windmolenparken in een stroomversnelling is gekomen. Allereerst door het aanscherpen van de klimaatdoelstellingen. Door maatschappelijke druk is het overheidsbeleid veranderd, wat heeft geleid tot extra inspanningen om die doelstellingen ook te behalen. Daarnaast is door schaalvergroting en technische innovaties de winstgevendheid verbeterd waardoor onder andere kapitaalkrachtige investeerders vanuit de olie- en gasindustrie zijn toegetreden. Met de oorlog in Oekraïne is er nog een extra reden om de transitie te versnellen, namelijk om zo snel mogelijk volledig onafhankelijk te zijn van de aanvoer van olie en gas uit Rusland. En kijken we verder, dan zien we dat windenergie zelfs een belangrijke bijdrage levert aan de (lokale) economie: zij genereert veel werkgelegenheid.”

Juiste schip voor the job

Er zijn echter ook nadelen en risico’s: “Er is een onevenwicht tussen de hoge Europese ambities en de feitelijke mogelijkheden in de uitvoering, waarschuwt Mulder. Het aantal projecten moet worden opgeschaald naar 38 GWh per jaar. De offshore windindustrie is daar echter nog niet klaar voor en ik zie op korte termijn al een gebrek aan installatieschepen, mankracht en materialen ontstaan. Zowel de ontwikkeling als de bouw van een offshore windpark is een gecompliceerd proces met grote financiële belangen. De huidige economische inflatie en de inflatie door genoemde schaarste zal de kostprijs van de projecten en dus van de opgewekte energie alleen maar verder omhoog stuwen. Hetzelfde zien we gebeuren bij schades. Die worden steeds complexer, stilstanden worden omvangrijker en dit alles leidt tot claims inflatie. De verzekeringspolis zal hierop moeten inhaken.”

Voor de wind

Mulder beaamt dat een overgang naar zo’n nieuwe ‘wind op zee‘-realiteit nogal wat betekent voor een land en dat vraagt om duidelijk beleid uit Den Haag. “Als verzekeraars dienen we deze ontwikkelingen op de voet te volgen, maar vooral ook de technische innovaties die een steeds grotere rol spelen. Om een voorbeeld te geven, er worden steeds grotere windturbines ontwikkeld, nieuwe funderingsconstructies bedacht waardoor de ontwikkeling en bouw van nieuwe schepen en werktuigen moet worden versneld. Ook het transport en de installatie van offshore windprojecten wordt hierdoor ingewikkelder en dit is niet zonder risico. De bladen van windturbines worden steeds langer, waardoor ze kwetsbaar zijn. Het oppervlakte van het ronddraaiende deel van de nieuwste windturbines is net zo groot als zes voetbalvelden. Kortom, om de enorme groei te kunnen realiseren en onverwachte financiële verliezen te voorkomen, moeten klanten zich volledig bewust zijn van de risico’s en de verzekerbaarheid daarvan. En dat kan alleen door samenwerking tussen alle betrokken partijen.” Want zoals we ons inmiddels realiseren: er bestaat wel een plan B maar geen planeet B.”

4886
4886

Zoeken binnen VNAB