Wat betekent dat voor de (mogelijke) schadelast van eerder afgesloten polissen?

Gebrek aan grondstoffen en materialen én hogere energie- en andere kosten:

Wat betekent dat voor de (mogelijke) schadelast van eerder afgesloten polissen?

René van Walsum (AGCS) merkt in Nederland nog nauwelijks effect, maar zijn Belgische schadecollega’s wel.

Vanuit de gastredactie van deze VNAB Visie werd het idee geopperd om in deze editie onder meer aandacht te besteden aan de groeiende schaarste aan grondstoffen en materialen, de hogere kosten hiervoor en ook de wereldwijd toenemende energie- en andere kosten waarmee bedrijven worden geconfronteerd. Hebben zij - nu al óf in de toekomst - impact op de (mogelijke) schadelast van verzekeraars en wat betekent één en ander voor de duur en kosten van het schadeherstel bij gedupeerde ondernemingen? Temeer daar in de zakelijke verzekeringsmarkt bij zowel verzekerden, verzekeraars als makelaars geregeld geluiden van zorg hieromtrent te beluisteren zijn.

De vraag werd voorgelegd aan de ervaren ‘schademan’ René van Walsum, die sinds 2000 in de (zakelijke) verzekeringsbranche actief is als Claims Manager, waarvan de afgelopen ruim zeven jaar bij Allianz Global Corporate & Specialty (AGCS). In die functie is hij verantwoordelijk voor de schadeactiviteiten voor Nederland en België waarin de zakelijke schadeverzekeraar vooral actief is in de branches property, engineering, liability & financial lines gericht op klanten in het internationale en/of grootzakelijk segment.

Bedrijfsongevallen en kabeldiefstallen

Zijn momenteel vijf medewerkers tellende schadeafdeling behandelt in ons land ongeveer een duizendtal schadeclaims per jaar. Daarbij gaat het de laatste tijd naar verhouding redelijk vaak om claims bij de eigen werkgever of een andere partij als gevolg van een bedrijfsongeval. “Mensen zijn meer claims-minded geworden. Vroeger durfde vrijwel niemand zijn eigen werkgever aansprakelijk te stellen voor een ongeval op de werkvloer, maar die schroom is inmiddels helemaal verdwenen. Datzelfde geldt voor het claimen van een vergoeding na lichte ongelukjes in bijvoorbeeld bouwmarkten of bij andere bedrijven, waarbij men er geregeld ook niet voor terugdeinst om de schadetoedracht wat meer in hun voordeel bij te stellen.” Andere veel voorkomende schadevoorvallen van de laatste tijd hebben volgens hem te maken met kabelen koperdiefstallen.

‘Alles wordt duurder’

Terug naar het interviewverzoek van de gastredactie. Van Walsum spreekt van ‘een op zich logische en begrijpelijke vraag’. “We zien immers allemaal, zowel privé als zakelijk, ‘alles’ duurder worden: de prijzen voor grondstoffen; materialen als metaal, staal, koper en vooral hout worden duurder, maar ook de gas- en energietarieven gaan omhoog. Ook in de markt merk je dat vrijwel iedereen het erover heeft. Om die reden ben ik dan ook intern in de cijfers gedoken en heb hierover contact opgenomen met enkele collega’s. Met als uitkomst dat we voor Nederland niet met keiharde cijfers en statistieken kunnen aantonen dat de schadelast (flink) aan het toenemen is.” Hij nuanceert: “Dat betekent overigens niet dat er geen hogere schadelast is. Er vinden nog geen grote tussentijdse verhogingen plaats in dossiers, maar experts houden er bij de schadevaststelling wel rekening mee. 

 

Waarbij wij er overigens geen zicht op hebben als een eerste schadevaststelling wordt bijgesteld, dan wel wat de bijstelling zou zijn geweest zonder de inflatie waar we momenteel mee zitten. Kortom, het wordt daarom duurder, maar we kunnen het nog niet met exacte percentages aangeven.” In België is het wat dat betreft wat anders. “Mijn Belgische collega’s hebben mij verteld dat zij voor schades op engineering en property polissen rekening houden met een kostenverhoging van zo’n 15% en dat dit de komende tijd verwachting verder zal oplopen tot zo’n 25%. Van Walsum daarover: “Claim inflatie is natuurlijk niet alleen een Nederlands fenomeen en in onze internationale programma’s worden wij hier uiteraard wereldwijd door geraakt.”

Argusogen

Dat zowel (verzekerde) bedrijven als verzekeraars en makelaars momenteel met argusogen de kostenontwikkelingen in de gaten houden, vindt hij dan ook volstrekt logisch. “Het raakt hen immers direct. Bedrijven zijn mogelijk bevreesd voor onderverzekering, mede door de huidige schaarste in de markt en geopolitieke en andere marktontwikkelingen voor vertraging in het schadeherstel na een calamiteit, doordat de benodigde onderdelen niet tijdig kunnen worden geleverd. Hierdoor duurt de productiestilstand en de daarmee gepaard gaande inkomstenderving langer dan wenselijk is.” En verzekeraars vrezen geconfronteerd te worden met een hogere schadelast doordat zij bij het aangaan van de verzekering de risicopremie hebben gebaseerd op de toenmalige materiaal- en grondstoffenprijzen, die vaak beduidend lager waren dan vandaag de dag. Vooral de houtprijzen zijn explosief gestegen. Neem bijvoorbeeld de bouw van een houtskeletbouwwoning die vorig jaar is verzekerd tegen de toen geldende houtprijzen. Brandt het pand voor oplevering af, dan zouden de herbouwkosten nu wel eens op het dubbele kunnen uitkomen.

Na-ijleffect

Wat zijn je verwachtingen voor de komende tijd? Van Walsum hoeft niet lang over zijn antwoord na te denken. “We zien en ervaren dat alles duurder wordt. We hebben het in onze schadeportefeuille nog niet met exacte cijfers gemerkt, maar ik ben ervan overtuigd dat daarin verandering komt. Er zal dan ook zeker een na-ijleffect optreden doordat vele projecten bijvoorbeeld al gedeeltelijk materiaal hadden ingekocht en voor het verdere traject worden geconfronteerd met gestegen prijzen die meer en meer doorberekend gaan worden.” Hij vat zijn verwachtingen hieromtrent als volgt samen: “We worden geconfronteerd met inflatie, maar ik kan het voor onze portefeuille nog niet met exacte cijfers aantonen. We houden daarom rekening met een hogere schadelast en anticiperen intern op de verdere toekomst. Het inflatiespook zal zeker niet aan onze deur voorbijgaan.”

Wereldwijde lessons to learn 

Hij verwijst in dit verband naar de recente editie van Allianz’ tweejaarlijkse Global Claims Review. “Eén van de belangrijkste lessen die hieruit wereldwijd getrokken kan worden, is dat inflatie de onderwaardering van assets in de schijnwerpers zet. Van meerdere kanten heeft inflatie impact op de schadehoogte. Property- en constructieschades worden beïnvloed door hogere prijzen van materialen en arbeid en daarnaast door tekorten en langere levertijden. Andere branches, zoals bestuurdersaansprakelijkheid en bedrijfsaansprakelijkheid staan onder inflatiedruk door hogere juridische kosten en hogere schikkingsbedragen.” Hij vervolgt: “Zowel verzekeraars als hun klanten lopen een risico door inflatie. Verzekerden doordat zij hun schade niet volledig vergoed krijgen en verzekeraars dat het risico te laag geprijsd is. Ook in Nederland worden we getroffen door inflatie die grote invloed zal hebben. Door internationalisering zitten we natuurlijk ook niet meer op een eiland en worden wij even hard getroffen als andere landen door stagnatie in de toelevering van goederen en tekorten.”

4866
4866

Zoeken binnen VNAB